Euthanasie: een veel te serieuze zaak

Door Elke Sleurs op 1 december 2011, over deze onderwerpen: Samenleving en ethische dossiers

Na tien jaar lijkt zowel de politiek als de medische wereld klaar voor een min of meer serene evaluatie van de euthanasiewet. Eindelijk.

'Wie euthanasie vandaag op de parlementaire agenda zet, opent een doos van Pandora. Zo'n debat zou zelfs tot een verstrenging van de wet kunnen leiden in plaats van tot een uitbreiding.' Dat zei professor Herman Nys, directeur van het Centrum voor Biomedische Ethiek en Recht van de K.U.Leuven, nog geen half jaar geleden in Knack . Zelf leek hij toen allerminst voorstander te zijn van een uitbreiding waardoor euthanasie bijvoorbeeld ook mogelijk zou worden voor minderjarigen, mensen met dementie of hoogbejaarden die niet meer verder willen. Maar ondertussen lijkt de hoog-leraar van gedachte te zijn veranderd. Afgelopen week pleitte Nys ervoor om euthanasie in bepaalde gevallen ook mogelijk te maken voor levensmoeë bejaarden. Hij blijkt nu zelfs bereid te zijn om over een oplossing voor demente patiënten na te denken.

Dat een vooraanstaande stem uit christelijke hoek zulke uitspraken doet, wil wat zeggen. Zeker omdat instellingen uit die zuil zich jarenlang bijzonder koele minnaars van de euthanasiewet hebben getoond. De inkt van de euthanasiewet was in 2002 nog niet droog of het Verbond van Verzorgingsinstellingen (VVI), de voorloper van Zorgnet Vlaanderen, stuurde al een brief naar zijn ziekenhuizen en zorgcentra. De boodschap was duidelijk: de wet ging veel te ver, euthanasie bij niet-terminale patiënten was uitgesloten en voor terminale patiënten moest een palliatieve filter worden ingebouwd. In de praktijk stellen drie op de vier Vlaamse ziekenhuizen vandaag bijkomende voorwaarden voor euthanasie. Met andere woorden: pas als allerlei palliatieve zorgen geen soelaas meer kunnen bieden, is het eventueel een optie.

Omdat de paars-groene regering euthanasie en palliatieve zorg destijds in afzonderlijke wetten heeft gegoten, werden die ook jarenlang als heel verschillende praktijken beschouwd. Alsof de patiënt een keuze moest maken: euthanasie of palliatieve zorg. Langzamerhand is de overtuiging echter gegroeid dat euthanasie in de praktijk deel uitmaakt van de palliatieve zorg. Het was dan ook veelzeggend dat de Federatie Palliatieve Zorg Vlaanderen onlangs op de proppen kwam met een consensustekst waarin duidelijk staat dat ook palliatieve teams openstaan voor euthanasievragen. 'Euthanasie is een van de vormen van medisch begeleid sterven', klonk het. Ook dat is een teken aan de wand.

Ondertussen is gebleken dat de euthanasiewet wel degelijk werkt. Een arts die volgens het boekje euthanasie uitvoert en de juiste procedure doorloopt, heeft niets meer te vrezen. Een pervers neveneffect is wel dat nogal wat dokters tegenwoordig huiverachtiger zijn om bijvoorbeeld palliatieve sedatie op te starten of de pijnbestrijding op te voeren dan vóór de wet er was. Het probleem is dat de parketten geen duidelijk onderscheid maken tussen euthanasie waarbij de voorwaarden worden geschonden enerzijds en pijnbestrijding of palliatieve sedatie anderzijds. Gevolg: beslissingen rond het levenseinde die niet aan de bepalingen van de euthanasiewet beantwoorden, worden soms als potentiële gevallen van moord of doodslag beschouwd. Ook die grijze zone waarin veel medische handelingen rond het levenseinde zijn beland, zal onvermijdelijk moeten worden aangepakt bij een evaluatie van de euthanasiewet.

En dat die er komt, staat zo goed als vast. Binnenkort zullen enkele voorstellen tot wijziging van de euthanasiewet alvast worden besproken in de gezamenlijke Senaatscommissies Sociale Zaken en Justitie. Ondertussen wordt gefluisterd dat de aanpassing van de wet ook op de tafel van de regeringsonderhandelaars zal worden gedeponeerd. Maar mocht dat inderdaad gebeuren, dan lijkt geen enkele partij er voorlopig echt een breekpunt van te willen maken.

De afgelopen jaren waren vooral Groen! en de Open VLD pleitbezorgers van een nieuw euthanasiedebat. 'De voorbije regeerperiode hebben wij verscheidene pogingen gedaan om er met de andere Vlaamse partijen over te praten', zegt Groen!-senator Freya Piryns. 'De meeste waren zeer bereid om mee te werken, tot we een concrete datum naar voren schoven. Dan kregen ze plots koudwatervrees.' Maar ondertussen is er een ietwat verrassende bondgenoot opgestaan: de N-VA. 'Wij zijn er zeker voorstander van om het debat weer te openen', zegt N-VA-senator Elke Sleurs. 'Blijkbaar dachten sommigen dat wij de euthanasiewet veeleer willen terugschroeven, maar niets is minder waar. De N-VA is tevreden met de huidige wet. Alleen is het maar normaal dat er na tien jaar een evaluatie komt waarbij we in de Senaat uitgebreid luisteren naar de ervaringen en meningen van mensen uit het werkveld. Blijkt dan bijvoorbeeld dat we beter ook dementerenden of minderjarigen recht geven op euthanasie, dan moet dat bespreekbaar zijn.' De houding van de N-VA is meer dan louter symbolisch, want samen met de Open VLD en Groen! kan de partij eventueel een Vlaamse wisselmeerderheid vormen in het federale parlement.

Daardoor staat vooral de CD&V een beetje met de rug tegen de muur. Al zijn de geesten ook bij de christendemocraten zo langzamerhand gerijpt. In de nadagen van de tweede paarse regering dreigde de partij nog met de terugschroeving van de euthanasiewet, maar vandaag is dat totaal niet meer aan de orde. Vooral dan omdat grote delen van de christelijke achterban de wet ondertussen min of meer hebben aanvaard. Bovendien zijn het ook niet meer dezelfde parlementsleden van 2002 die de plak zwaaien bij de CD&V. Mensen als Rik Torfs, die ook bestuurslid is bij het Levenseinde Informatieforum (LEIF), willen best over de werking van de wet en over eventuele aanpassingen praten. 'Maar het mag zeker geen symbooldossier worden', aldus Torfs. 'Cruciaal is dat er een fundamenteel maatschappelijk debat over wordt gevoerd. Want dit is een veel te se-rieuze zaak om zomaar aan een politieke meerderheid over te laten.'

Opvallend is ondertussen de plotse terughoudendheid van de SP.A, destijds nochtans een van de pleitbezorgers van de euthanasiewet. 'Ik voel geen grote aandrang om het debat nu te voeren', zei Johan Vande Lanotte, fractieleider in de Senaat, onlangs in De Morgen. 'De wet bestaat, ze wordt uitgevoerd, er zullen altijd onduidelijkheden zijn. Er zijn nu andere prioriteiten.' Wellicht zit de loya-liteit van de SP.A tegenover haar zusterpartij PS daar voor iets tussen. In Franstalig België zijn ze nooit grote supporters van de euthanasiewet geweest, ook niet bij linkse partijen als Ecolo of de PS. Ze hebben het daar simpelweg niet zo begrepen op regels en wetten die inbreken in de vertrouwensrelatie tussen artsen en patiënten. Komt er straks op de een of andere manier een Vlaamse meerderheid om de euthanasiewet uit te breiden, dan zal die heel wat gewicht in de schaal moeten leggen om ook de Franstaligen over de streep te trekken.

Bron:  Elke Sleurs in Knack 

Hoe waardevol vond je dit artikel?

Geef hier je persoonlijke score in
De gemiddelde score is