U bent hier
Kwaliteitsvol bevallen staat voorop
Gynaecologen en vroedvrouwen hebben elkaar onlangs via de media een paar keer de boom ingejaagd.
Eerst was er de oproep van de Onafhankelijke Ziekenfondsen om meer thuis of in geboortehuizen te bevallen, wat een reactie uitlokte van de voorzitter van de Vlaamse gynaecologen, Dr. Van Wiemeersch. Zijn uitspraken maakten op hun beurt weer reacties los bij de vroedvrouwen.
Om eerlijk te zijn, ook ik was verbaasd toen ik de oproep van de Onafhankelijke Ziekenfondsen las om geboortehuizen op te richten. Als gynaecoloog ben ik zelf niet zo enthousiast over geboortehuizen en ben ik tevens geen voorstander van thuisbevallingen.
Maar de discussie over de toekomst van de moderne verloskunde vernauwen tot de zoveelste discussie pro of contra thuisbevallingen - zoals de afgelopen weken vaak is gebeurd - geeft een ongelooflijk déjà vu én is als houding de beide beroepsgroepen onwaardig.
Want dit is immers niet de essentie. De vraag moet zijn: hoe kunnen we een kwaliteitsvolle verloskundige zorg leveren met respect voor kind én moeder? Daar handelde het mediadebat te weinig over. Ik vraag aandacht voor een meer genuanceerd pleidooi. In de hoop dat nu het stof wat is gaan liggen zodat het opnieuw over de essentie kan gaan.
Poliklinische bevalling
Zelf pleit ik voor een nieuw verloskundig model. Een model gebaseerd op wederzijds vertrouwen en respect tussen de verschillende zorgverstrekkers én respect voor moeder en kind.
Ik ijver al langer voor een geïntegreerde zorg door gynaecologen, huisartsen en vroedvrouwen. Een verloskundige zorg gebaseerd op het streven naar een ‘bevalling met verkort ziekenhuisverblijf’ of de zogenoemde ‘poliklinische bevalling’ met een goed georganiseerde nazorg thuis.
Het moet immers mogelijk zijn om vroedvrouwen en huisartsen, samen met de gynaecoloog, een meer actievere rol te laten spelen in de perinatale zorg, wat vandaag zelfs reeds op verschillende plaatsten in Vlaanderen gebeurt.
Er moet, bijvoorbeeld, gestreefd worden naar ziekenhuiseenheden waar een laag-risico arbeid en bevalling begeleid worden door de vroedvrouw en/of de huisarts en een hoog-risico arbeid en bevalling begeleid worden door de gynaecoloog. Vervolgens kunnen moeder en kind (in geval van een ongecompliceerde bevalling) na een 24-uurs observatie terugkeren naar huis.
Op dat moment is een goed uitgebouwd netwerk voor postnatale zorg door vroedvrouwen en thuiszorg noodzakelijk. Trouwens, de beste borstvoedingsbegeleiding gebeurt immers door de vroedvrouwen.
Samenwerken
Om dit samenwerkingsmodel mogelijk te maken, zijn er natuurlijk nog heel wat obstakels weg te werken. En zijn nog heel wat structurele aanpassingen noodzakelijk. Denken we, onder andere, aan een aangepaste opleiding van de vroedvrouwen, herwaardering/aanpassing van de honoraria van zowel de artsen als vroedvrouwen, structurele aanpassingen in de ziekenhuizen, aanpassingen van de ziekenhuisfinanciering, enz.
Dit is werk van (heel) lange adem. Maar zeker niet onmogelijk. Contacten tussen de verschillende beroepsgroepen lopen goed. Laat ons verder overleggen en de toekomst uitstippelen. Zodat de actuele frustraties van gynaecologen en vroedvrouwen ook weggewerkt worden.
Want uiteindelijk dienen wij allen, gynaecologen, huisartsen en vroedvrouwen, hetzelfde, exclusieve doel: een kwaliteitsvolle verloskundige zorg verlenen, met respect voor kind én moeder. Het mediadebat van de afgelopen weken maakte dat te weinig duidelijk.