U bent hier
Prenatale diagnose
Het recent gevelde arrest van het hof van beroep van Brussel heeft de discussie in verband met prenatale testen en juridische gevolgen opnieuw op de agenda geplaatst.
Een moeder die reeds een dochter met een erfelijke ziekte had, onderging een diagnostische test tijdens de volgende zwangerschap. Het resultaat van de test bleek negatief. Maar maanden na de geboorte werd duidelijk dat het kind de ziekte toch had.
Niet alleen aan de ouders maar ook aan het ondertussen overleden kind werd een schadevergoeding toegekend. De schade die moet worden vergoed, is niet de handicap op zich, maar het feit dat het kind werd geboren met een dergelijke handicap. Het kind werd dus schadeloos gesteld omdat men het had laten geboren worden.
Bijna tien jaar geleden werden we opgeschrikt door een dergelijk arrest in Frankrijk. Nicolas Perruche, die met een zware handicap werd geboren, kreeg van een Franse rechter een enorme schadevergoeding 'omdat hij werd geboren'. Zijn handicap was het gevolg van een rubella-infectie tijdens de zwangerschap. Toen oordeelde het Franse Hof van Cassatie in een gelijkaardig arrest dat het kind niet had mogen geboren worden. Immers, indien de moeder tijdig op de hoogte was geweest van de handicap, was ze overgegaan tot een zwangerschapsafbreking. Politieke reacties bleven niet uit. In januari 2002 keurde de Franse Senaat een wet goed waardoor in de toekomst een gehandicapt kind geen vordering meer mag instellen omwille van het loutere feit dat hij geboren werd.
De twee zaken zijn niet identiek. Maar het brengt dezelfde problematiek ter discussie.
Kan een arts of ziekenhuis aansprakelijk gesteld worden door een persoon met een aangeboren afwijking voor het feit dat hij geboren werd?
Door de maatschappelijke en medische vooruitgang wordt een zwangerschap vandaag de dag meestal meer dan ooit gepland. Weinigen zullen beweren dat daar geen positieve effecten aan zijn verbonden. Toch heeft het een zeer pijnlijk neveneffect: eens men besluit om zwanger te worden, eist men een foutloos parcours. Problemen worden niet meer aanvaard. Jammer genoeg verliest deze eis tot perfectie de realiteit uit het oog.
Elke arts moet dagelijks naar perfectie streven. Daarbij kan de huidige techniek helpen. Zoals prenatale echografie toelaat bepaalde afwijkingen prenataal op te sporen, zo kunnen genetische testen chromosomale en genetische afwijkingen diagnosticeren. Doch dit is geen garantie op een gezond kind. Niet alle testen zijn immers 100 % sluitend. Anderzijds hebben deze invasieve testen ook een risico op een verlies van een gezonde zwangerschap.
Het is onze plicht als arts om mensen daarover zo goed mogelijk in te lichten, zowel de mogelijkheden maar ook de beperkingen en risico’s van de huidige screenings- en diagnostische testen, waarna de ouder(s) beslist(sen) wat voor hun het beste lijkt in hun huidige situatie.
Het is echter ook aan de ouder(s) te aanvaarden dat een zwangerschap nog steeds een evolutief natuurlijk proces is en dat men onmogelijk het verloop van de zwangerschap kan voorspellen.
Tevens hebben wij als maatschappij en als mens ook de verantwoordelijkheid en plicht mensen met een beperking te aanvaarden en te respecteren en de best mogelijke oplossingen ter ondersteuning en functioneren aan te bieden.
Daarom is deze uitspraak een gevaarlijk precedent: via zulke arresten wordt de druk op het vaststellen van een “niet normaal kind” ommers een conditio sine qua non. Indien we geen kind vrij van handicap kunnen verzekeren, dan slingert de juridische hamer van schuldaansprakelijkheid gevaarlijk boven het hoofd. Dit zal leiden tot een zeer sterke defensieve geneeskunde waarbij, niet in het minst, de patiënten niet gebaat zijn.