Sleurs en Bracke komen op voor Gent

De kersverse staatssecretaris Elke Sleurs (N-VA) blijft in de Gentse gemeenteraad, net zoals Siegfried Bracke (N-VA), die dinsdag Kamervoorzitter wordt. Beiden zeggen dat ze in Gent oppositie blijven voeren en in Brussel Gentse dossiers zullen verdedigen.
‘Ja, het was een verrassing dat ik werd gevraagd om staatssecretaris te worden. Het is niet omdat je mee onderhandelt voor zowel het Vlaams als federaal regeerakkoord dat je een post krijgt’, zegt Elke Sleurs. Voluit is ze staatssecretaris voor Fiscale Fraudebestrijding, Armoedebestrijding, Wetenschapsbeleid, Gelijke Kansen en Personen met een beperking. Vandaag is Elke Sleurs de enige link van de stad Gent met de federale regering. In de Vlaamse regering is er geen enkele Gentse vertegenwoordiger. Ze blijft in de Gentse gemeenteraad. ‘Voorgangers die minister waren, hebben dat ook gedaan. In Gent (met een SP.A-Groen-Open VLD-bestuur nvdr) zitten we in de oppositie, als staatssecretaris zit ik aan het roer en ben ik er voor iedereen. Maar het is niet omdat je in de oppositie zit dat je niet kunt praten. Een grote stad als Gent heeft veel te maken met de onderwerpen waarvoor ik bevoegd ben. Een nationaal armoedebeleid kan ook Gent ten goede komen.’

Studeren
De eerste weken wil Elke Sleurs studeren en een beleidsnota uitwerken. Voor armoedebestrijding ziet ze een belangrijke rol weggelegd voor de OCMW’s.

Elke Sleurs kwam in 2010 in de senaat, in 2012 werd ze gemeenteraadslid. Als gynaecologe was ze verbonden aan de vrouwenkliniek van het UZ. Haar klinisch werk als arts zette ze op 1 januari 2013 stop. Ze is vrij nieuw in de politiek. Is dat een nadeel? ‘Ik ben vrij nieuw, dat is juist, maar ik was voorzitter van commissie sociale aangelegenheden in de senaat, waarin ik meewerkte aan de euthanasieregeling voor wilsbekwame minderjarigen. Mijn ervaring als arts en mijn engagement in sociale bewegingen dragen bij tot mijn dossierkennis.’

Siegfried Bracke wordt dinsdag Kamervoorzitter. Hij blijft in Gent oppositie voeren ‘omdat dat zo hoort’. ‘De komende jaren zal er geen gebrek aan stof zijn. Het is te belangrijk en te leuk om ermee te stoppen’, zegt hij. ‘In Brussel zal ik niet wegstoppen dat ik een Gentenaar ben. Wij bestrijden een bestuur, niet de Gentenaars. Het grootstedenbeleid zit bij vice-premier Jan Jambon (N-VA). Er zijn maar twee grote steden en we zullen erop toezien dat we ons deel krijgen.’ Verandert dat de verhouding met de meerderheid? ‘Als men blijft vinden dat N-VA’ers rechtse half fascistische zakken zijn niet. Al bestrijd ik geen personen, maar een beleid.’